04 juni, 2008

Het mysterieuze doek op de kar


Vodduh! heet het boekje, een kreet die niet meer weerklinkt, en ik begrijp bij het doorbladeren dat dit niet komt doordat ik in een wijk woon waar het niet wordt geroepen. Roepen door straathandelaren mag in het geheel niet meer. Orde moet heersen. Lekkere makkereeeeleh... niks meer daarvan.

Joodse naamgenoten hadden contact opgenomen toen wij dachten dat de genealogische eindjes nog aan elkaar te knopen waren. Maar dat waren ze niet, ik kan geen verbinding zien. Mijn agrarische achternaam komt uit de Duitse Nederlanden, en is voor een katholieke gastarbeider in de Schiedamse jeneverindustrie geheel begrijpelijk. Maar waarom nam een Joodse handelaar van het Waterlooplein in de Franse tijd deze naar het landelijke zwemende achternaam aan?

Ik denk aan wat een collega Waas mij vertelde. Zijn voorouder moest zich melden bij de nieuwe instelling van de burgerlijke stand, en hem werd gevraagd naar zijn achternaam. Waas ich viel, moet hij goed-Jiddisj gezegd hebben. Als het niet waar is, maar waarom zou het niet waar zijn, is het aardig gevonden.
En zo dacht ik dat de Joodse tak De Raaij ging heten op dezelfde manier. "Daar raai je maar naar," zei de voddenhandelaar in rond Amsterdams. "Ah, monsieur s'appelle De Raaij." Maar deze is apocrief, want door mijzelf bedacht.

Ik blader het boekje in om te kijken of mijn naamgenoten erin voorkomen. Mais non... Maar wel Tinus Bosselaar, klaarblijkelijk van Sparta, en - leren mijn genealogische bevindingen - vrij zeker wel familie, in tegenstelling tot de Waterloopleinhandelaar. Voor u volstrekt niet interessant, dat weet ik ook wel. Maar ik vermeld de Rotterdamse voetballer vooral ook omdat hij handelaar was in verse waar, daar rijmt zijn achternaam op. Verse waar voor hond en kat... Mysterieuze verrijdbare karren die op de hoek verschenen, de kar was afgedekt met een groot grijs zeildoek waaronder ongetwijfeld die verse waar zich bevond. Dacht ik. Pas toen de kar uit het straatbeeld was verdwenen begreep ik dat het zeildoek de waar zelf was - pens. Vuile pens. Wanneer zijn die karren verdwenen? Vast al voordat het roepend aanbevelen van de verse waar verboden werd. Ik geloof dat Bosselaar er in 1976 mee opgehouden is, met het pens verkopen. Toen was hij net veertig.

Zonder dat je het weet wordt iets uit het dagelijks leven onderwerp voor een nostalgische terugblik, in boekvorm bijvoorbeeld. De zuurkar, hij was er nog na de oorlog, ik heb hem nog meegemaakt, maar tot hoe lang?

Geen opmerkingen: