18 maart, 2011

Lotgevallen van een kaart van Biafra


Het huis is ontdaan van alle inventaris, van alle sporen van bewoning. Alleen het parket en de houten beschoeiing van de achterkamer resteren.
De cirkel is gesloten, het is een leeg, kaal nogal uitgewoond huis. We spelen er geen stilstaand krijgertje deze keer, een spook van de laatste bewoonster zal zich niet aandienen.
Mijn zwager brieste voortdurend gestresst over de eerste inspectie namens de eigenaar die gisteren zou plaatsvinden. Alles moest dan al weg zijn - maar er staat nog het een en ander van mij. Ik heb hier ook gewoond tenslotte, hoewel de datum waarop ik eindelijk op mijzelf ging wonen tot voor zeer kort een persoonlijke gedenkdag was kan ik niet precies zeggen wanneer ik ophield hier te verblijven alsof het ook nog mijn huis was. Het gaat geleidelijk. Ik weet niet meer wanneer de sleutels van mijn bos gingen om er niet meer terug te komen - toen het slot veranderd werd waarschijnlijk en de pensleutels gaten in mijn broekzakken boorden (waarschijnlijk zijn die zakken steviger geworden sindsdien).

Maar aan mijn zwagers onredelijke eisen kan ik niet voldoen (is dat zijn manier van rouwen of heeft hij daar helemaal geen last van?). Dit gaat niet alleen over mijn moeder, het is ook mijn verhaal en een verbondenheid die na bijna zestig jaar wordt afgesloten. Geladen en voorbereid op een naar conflict kom ik aan bij het huis.

De trap is er verschrikkelijk aan toe, en hoewel er een stuk of vier stoffer-en-blikcombinaties waren is alles nu weg en moet je het meebrengen om alsnog schoon te maken. Op de dag van de eerste inspectie zijn werklieden bezig de trap totaal te blokkeren en verder te vervuilen. Er wordt glasvezelkabel aangelegd.
Ik kan alleen maar in de lach schieten.
Nooit gebeurt er iets aan dit huis en uitgerekend nu is de trap geblokkeerd. Het betekent dat de zolder, waar zich mijn kamer bevindt, niet eens bereikbaar is. De verhuizing die ik al had afgesproken met een vriend is nog even uitgesteld.
De opzichter namens de huisbaas neemt het laconiek op. Deze woning wordt niet opnieuw verhuurd maar moet verkoopbaar gemaakt worden. Zoveel kubieke meter lucht in heus eigendom, en dat in de Indische Buurt. In het Fort van Sjakoo heb ik nog brochures verkocht tegen de horizontale verkoop hier, op het omslag een volksvrouw op leeftijd die uit een slee van een auto stapt. "Volksvrouw" verwijst naar "autochtoon" - het was ruim dertig jaar geleden. Sindsdien is de buurt geheel verkleurd en nu is er een verkleuring "terug" aan de gang - Beleid, ongetwijfeld. Dit maakt mijn moeder niet meer mee. En ikzelf niet meer als (quasi-)bewoner.

Sanne en Sharon hebben een Bookshop geopend in het "tweede stuk" van de Javastraat. Kees van Kooten komt signeren, staat er aangekondigd. Boekhandel? Javastraat? De winkel loopt door tot aan de Borneostraat (of is het spiegeling?), en je kunt er koffie of thee drinken - net als in andere landen.
De laatste winkel die nog tijdgenoot was van de zaak van mijn moeder, F.G.S. Hamers, de slijterij, zal nu de schoenmaker herbergen die in onze oude winkelruimte zat, en die zijn warme en bedwelmende dampen het huis van mijn moeder inpompt(e). Of ze daar de longkwaal die haar fataal is geworden aan te danken had?

Geen leeghalen, geen strenge inspectie - er komt geen tweede meer - ik loop met het enorme affiche van oliemaatschappijen in de Nigerdelta (zoveel is er niet veranderd...) naar het IISG. Het is te groot voor het boodschappentasje en ik blijf haken aan een struik die tegen een muur groeit in de Molukkenstraat. Er komt meteen een scheur in het affiche dat de bijtende kritiek van de zon en wellicht ook lekkage heeft ondergaan.

Gaat rouw nu over de ander of over jezelf? Het antwoord is natuurlijk: beide. Ik ben er nog niet aan toegekomen vanwege het gevecht tegen de zorgmafiosi, die waargemaakt hebben wat mijn moeder - een vorm van dementeren waarschijnlijk - al jaren verkondigde: dat zij voortdurend bestolen werd.
Op de schoorsteenmantel het schilderij dat gered is uit de gestolen eigendommen. Stel ik er prijs op? Het is het laatste dat nog van haar is in de woning, mijn zuster heeft het symbolisch teruggezet op de zwartmarmeren schoorsteenmantel, hangen kan het niet meer.
Vanwege Osira is volledig toegegeven dat men fout gehandeld heeft. Dan kan er schadevergoeding geëist worden. Alsof ooit in geld is uit te drukken wat deze lui ons en mijn moeder hebben aangedaan.

Ik vraag mij af of het affiche als reale te handhaven is en de vakreferent van het IISG twijfelt ook. Maar het kan gescand worden, in zijn geheel.
Hoe ben ik er aan gekomen?
Tom de Booy, de radicale geoloog rond de studenten- en Derdewereldbeweging heeft een lezing (gastcollege) gegeven in het bezette Instituut voor de Wetenschap van de Politiek, ergens tussen 21 april en 21 mei 1970. Ik zal de kaart meegenomen hebben uit de boedel van het Biafra Actie Comité als groot presentatiemateriaal om Toms woorden te onderstrepen. Hij heeft voor het onderwerp Biafra evenwel toen direct verwezen naar het Biafra/Geopolbulletin, daar stond alles al in. Zo is het dan bij mij terechtgekomen en gebleven, want het BAC moest plaatsmaken voor Amnesty Nederland - Biafra was verslagen, het comité was in zijn laatste dagen.

Maar - hoor ik tot mijn verrassing - er is in 2005 iemand op het BAC afgestudeerd, in Groningen, een scriptie van ruim 120 pagina's.
Ons doel is niet bereikt, maar we hebben het niet voor niets gedaan.
Ik beken, ik heb geleefd.
Van al mijn levensjaren die met de Javastraat verbonden zijn - en dat zijn ze eigenlijk bijna allemaal, al zijn ze grotendeels gedeeld met andere plaatsen - waren '68-'73 toch de belangrijkste. Vanwege het wereldbeeld dat bij mij op zijn plaats viel en de ermee verbonden actie, waarvan ik het wellicht nog te volgen spoor elders en later zal bekijken en sorteren.

1 opmerking:

Laurent zei

Moeilijk proces, dat leegruimen van het huis. En ik heb het nog maar slechts ten dele hoeven doen.