06 januari, 2013

Johannes van Bree

Het verdient aanbeveling - als je een biografie schrijft - dat je enige sympathie hebt met je onderwerp. Dat maakt bijvoorbeeld de twee pillen over Van Eeden van Fontijn simpelweg een slechte biografie. Fontijn heeft een rekening te vereffenen met psychiaters, en Van Eeden was er een. Ook de witte waterlelie wordt door deze amateur in de slechte zin van het woord "freudiaans" geduid. Zonde van de boekdelen die een echte biografie in de weg staan.

Dat Jan Willem Stutje niets heeft met Ferdinand Domela Nieuwenhuis (waarschijnlijk ook al niet met Paul de Groot) geldt in Nederland anno nu als aanbeveling. Zou het toeval zijn dat het in de drie genoemde gevallen om drie elk op eigen wijze markante socialisten gaat?

Enfin, FDN wordt beroepen in Beverwijk in een kerk zonder orgel. Hij laat er een neerzetten en het eerste stuk dat er gespeeld wordt is Engelenzang van tijdgenoot Van Bree.
Van Bree, meer dan een naar hem genoemde straat, net als Dapper, Kinker en Bilderdijk.
De Engelenzang kan ik niet zo gauw vinden, wel Nocturne nr. 2 in h-mol

Meer van Van Bree:

Allegro voor vier strijkkwartetten, Nieuw Sinonietta

Geen opmerkingen: